Reacties op Een Suikerbietensage

Tijdens de tentoonstelling 'Een Suikerbietensage' hebben we veel leuke reacties ontvangen van bezoekers. Op deze pagina lichten we er een aantal uit.

“77 jaar geleden gingen mijn moeder en ik met de veerpont van Wolphaartsdijk naar Kortgene en daarna met de bus naar Kamperland. Als 4- of 5-jarige vond ik de hoeveelheid bietenland overweldigend veel. ‘Ol peeën in peeland.” (W. Otte)

“Najaar 1974 (denk ik), in ieder geval nat, nat en nat, en aerpels en peeën die met de hand uit de grond moesten. Wat een klus, die peeën.  Met een vriendengroep op zaterdag op Walcheren aan de slag. Veel lol en spierpijn. Maar……na de middag mocht ik niet meer mee ‘t land op (van de boerin). ‘Dat is geen werk voor een getrouwde vrouw’. Ik mocht helpen afwassen. Iets minder lol en spierpijn. Na wonen op Walcheren volgde Peeland en nu kijk ik met weemoed naar de foto’s want het wonen op Peeland is helaas voorbij.” (E. Hendriks)

“Laat op de avond, als mijn man dacht dat het toch ging vriezen, moesten de bieten toch worden afgedekt met grote zeilen. Het waaide meestal hard, zodat de zeilen alle kanten opvlogen. En het was koud en heel erg donker. Leuke tentoonstelling.” (J. Hartog)

“Midden in de nacht: een oorverdovend lawaai. We schrokken, begrepen niet wat het was. Inmiddels, na 20 jaar wonen op het Zeeuwse platteland, worden we er wakker van, draaien ons om en slapen verder. De suikerbietenoogst is weer in volle gang.” (T. Alblas)

“Mijn herinnering aan de biet. Jaren geleden ging ik met twee collega’s op de racefiets een flinke ronde rijden. Ik wilde er graag bij horen, dus veel kopwerk. Nou dat ging goed mis. Bij Arnemuiden kon deze jongen niet verder. De hongerklop. Wat nu gedaan? Ik stond voor een suikerbietenland en dacht: dat zou kunnen. Een stuk suikerbiet. Dit bracht mij thuis. Dit om nooit te vergeten. Bedankt suikerbiet!” (H. Wijkstra)

“Vroeger de gevallen bieten verzamelen met mijn kar en ze voor een chocolaatje afgeven bij de buren, die ze aan hun paarden voerden. Nu zelf bieten telen en ze in loonwerk rooien en afvoeren. Een prachtig werk aan een prachtig product!” (A. Vader)

“Beginnen, aanpakken en doorgaan. Daarmee een doel bereiken. Als kind van een jaar of vijf op de knietjes tussen twee rijtjes in. Voor me nog heel ver te gaan. Naast me nog veel meer rijen. Hoe kom ik daar ooit doorheen, dat kan toch niet? Die vraag is er niet. Ik doe gewoon en op een gegeven moment is het klaar. Dat fenomeen nam ik mee in mijn leven. Zie je tegen een klus op? Gewoon beginnen. Elke dag een stikje, steeds weer. En je zult zien, het komt af.”  (A. Klaver)

“Ik eet al een paar jaar suikerbiet. Als stoofpot in de soep en roerbak het in de macaroni of met rijst of spaghetti. Heerlijk en gezond. De boer betaal ik er rijkelijk voor, veel meer als de fabriek en eet er lang goedkoop en lekker van. Steun de boeren, eet gezond. Laat voeding je medicijn zijn, anders worden medicijnen je voeding.” (T. Stam)

“Ik ben geboren en getogen in Dinteloord. Mijn opa, of één van de medewerkers, ging in 1950 (ik was 4) met paard en wagen de bieten afleveren bij toen de ‘peeënfabriek’. Soms mocht ik mee voor op de bok achter de kont van het paard. Suikerbieten die we te pakken kregen holden we uit en maakten er d.m.v. gaten een gezicht van en zetten er een kaars in. Gaf een zoet weeïge lucht: de suiker kwam los.” (J.P. Nieuwland)

“Als klein meisje zat ik achter in de auto. Ik zag iets geks en vroeg mama wat het was. ‘De bieten liggen op ’t veld’, zei ze en wees op een grote hoop die zich in het donker aftekende. ‘Ze maken daar suiker van voor op je pannenkoek’. Het heeft lang geduurd voor ik ook echt geloofde dat iets zo stinkend zo lekker kon zijn.” (Lisa)

Een Suikerbietensage

Dit artikel is geschreven in het kader van Een Suikerbietensage. Voor de expositie 'Een Suikerbietsage' duikt Zeeuwse fotograaf Janne van Gilst in de geschiedenis van de Suikerbiet in Zeeland. Tot en met 6 april 2024 in de ZB!

Bezoek Een Suikerbietensage