De suikerbiet: het biologische verhaal

Suikerbiet of suikerbiet is een wortelgewas dat wordt geteeld om suiker te winnen. De plant is een gekweekte vorm van bieten. Suikerbiet is, net als aardappelen, tarwe en snijmaïs, een van de meest verbouwde gewassen in Nederland en België.

Suikerbieten zijn eetbaar, maar erg hard. Rode biet is een eetbare variant van biet. Bieten zijn het meest ideaal voor de rooileeftijd (een knol met slechts dunne wortels in de grond waardoor de bieten veel schoner geoogst kunnen worden), maar veredelaars konden de vorm van de biet niet combineren met een hoog suikergehalte. Voederbiet lijkt het meest op suikerbiet. Eigenlijk zijn voederbieten simpelweg suikerbieten met een laag suikergehalte (een te hoog suikergehalte leidt tot problemen in de pens van rundvee). 

Suikerbieten worden tot 80 centimeter hoog, de bloemen zitten op de stengel, klein en niet opvallend gekleurd. De suikerindustrie beweert vaak dat suikerbieten meer koolstofdioxide opslaan dan andere gewassen, maar deze bewering klopt niet. Voor de suikerbietenteelt is fossiele energie nodig in de vorm van bijvoorbeeld dieselbrandstof, brandstof voor de productie en verwerking van kunstmest. Suikerbieten maken, net als elke andere plant, deel uit van de koolstofcyclus. Ten slotte ademen mensen, dieren, bacteriën of schimmels alle opgevangen koolstofdioxide uit als koolstofdioxide.

Teelt 
Suikerbieten worden voornamelijk geteeld in de gematigde klimaatzone. Tussen 2008 en 2011 bedroeg het mondiale areaal gemiddeld ongeveer 4 miljoen hectare en bedroeg de gemiddelde opbrengst 221 miljoen ton bieten. Suikerbiet houdt van losse, vochtige grond en verdraagt geen kou. Wanneer suikerbieten bevriezen, sterven de bieten en verliezen ze tot drie keer meer suiker dan levende bieten. Bovendien rotten bevroren bieten snel. Vooral het bevriezen van reeds geoogste bieten is zeer schadelijk, omdat de gehele oogst verloren kan gaan. Om dit te voorkomen kan er een zeil over de bieten gelegd worden. Als de bieten echter bevroren worden geoogst en bij de fabriek worden afgeleverd, zijn er veel minder problemen. Het herfstweer, met slechts enkele graden vorst in de ochtend en zon overdag, is gunstig voor de bieten. Door de kou gaat de suikerbiet extra suiker produceren. Dankzij de zon overdag kunnen bieten door extra fotosynthese extra suiker produceren. Bij deze weersomstandigheden kan het suikergehalte soms oplopen tot één procent. Hoewel bewolkt weer en relatief warme nachten het suikergehalte verlagen. 

De grootste productie vindt plaats op het noordelijk halfrond. De grootste producenten van suikerbieten zijn Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten en Rusland. De Europese Unie is de derde grootste suikerproducent, na Brazilië en India, die vooral suikerriet verbouwen. 

Het zaaien vindt plaats in het voorjaar en de bieten worden in het najaar geoogst. Bietenzaden komen uit landen met een warmer klimaat dan Nederland, België, bijvoorbeeld Frankrijk. Suikerbiet is een tweejarige plant. In het eerste jaar worden wortelreserves opgeslagen, die het volgende jaar worden gebruikt voor de bloei en de zaadproductie. Er zijn echter ook planten die onder ongunstige omstandigheden in het eerste jaar een bloem (scheut) vormen. Deze bieten moeten worden verwijderd voordat ze worden gezaaid om vastlegging in de volgende teelt te voorkomen. Bovendien zijn ze ongewenst tijdens de oogst en andere bietenverwerking. 

De oogst vindt plaats in het najaar (vanaf september), wanneer de gemiddelde opbrengst per hectare in 2003-2007 in Nederland 65 ton bedraagt. Het grootste deel van de bieten wordt geoogst met een zesrijige bietenrooier, waarbij de bieten van hun bladeren worden ontdaan en vervolgens met messen worden afgesneden. Goed kopwerk vereist een regelmatige positie van de bieten. Als de biet te klein is, blijven de bladeren aan de biet zitten en als de biet te groot is, wordt er teveel van de biet verwijderd. 

Tot in de jaren 1970 werd bietenblad gebruikt als voer voor runderen. Onder meer door de betere oogsttechnieken en egalere rassen is het nu niet meer interessant. De bladeren (en bietenkoppen) blijven nu achter. Veelal is dit ongunstig. De vertering van bietenblad heeft een lage effectieve organische stof (voor behoud van de vruchtbaarheid grond is de teelt van bijvoorbeeld tarwe noodzakelijk) en de mineralen die vrijkomen spoelen in de winter meestal uit. Er vindt echter onderzoek plaats om bietenblad te gaan vergisten. Ook behoort de winning van de eiwitten uit het bietenblad tot de theoretische mogelijkheden. 

De teelt van suikerbieten geschiedt geheel machinaal. Voor het machinaal zaaien worden de zaden, eigenlijk zaadkluwens met tegenwoordig één kiem, gepilleerd. Pilleren is het opvullen/omhullen van onregelmatige gevormde zaden, met als doel het zaad beter, sneller en preciezer te kunnen zaaien. Een ander doel is het meegeven van fungiciden en insecticiden om de plant gedurende de eerste groeifase te beschermen tegen schadelijke schimmels en insecten. 

Bij de teelt van suikerbieten kunnen talloze ziekten optreden, zoals bladziekten, veroorzaakt door meeldauw of wortelziekten, bijvoorbeeld rotting veroorzaakt door Rhizotonia. Ook kan er schade ontstaan door aaltjes en insectenlarven, zoals ritnaalden en het bietenkevertje eten van de bietenplanten. 

Gemiddeld bedroeg de opbrengst in Nederland in 2005 11.100 kg, in 2006 10.900 kg en in 2007 11.100 kg suiker per ha. De gemiddelde suikerbietopbrengst was in 2007 64.000 kg per hectare met een suikergehalte van 17,4%. De gemiddelde uitbetaalde suikerbietenprijs was in 2007 € 41,31 per 1000 kg bieten. De prijs hangt af van het suikerpercentage van de biet, de winbaarheid (het gehalte aan amigostikstof, kalium en natrium), het tijdstip van levering en de hoeveelheid meegeleverde tarra. 

Bedroeg het areaal in 2000 nog 110.000 ha, in 2015 was het gedaald tot 58.500 ha om daarna weer te stijgen. In 2017 is het areaal in Nederland gestegen naar ruim 85.000 hectare. 

Wim van Gorsel

Foto: Ankie Laanen kijkt of er luis zit in de bieten. Ze is aan het IRS (voorheen Instituut voor Rationele Suikerproductie) verbonden en doet onderzoek naar suikerbieten. Foto: F. Viergever, ca. 1990. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 184244

Een Suikerbietensage

Dit artikel is geschreven in het kader van Een Suikerbietensage. Voor de expositie 'Een Suikerbietsage' duikt Zeeuwse fotograaf Janne van Gilst in de geschiedenis van de Suikerbiet in Zeeland. Tot en met 6 april 2024 in de ZB!

Bezoek Een Suikerbietensage