Mijn Dylan mania.

Het was 1976. Ik was gek van The Beatles, gitaren, zeilbootjes en windsurfplanken… In diezelfde periode maakte ik kennis met een nummer dat me mijn hele leven is bijgebleven. Ik mocht van mijn ouders een week naar een zeilschool. Zonder dat ik er erg in had, werd daar tijdens het eten steeds hetzelfde nummer op de draaitafel afgespeeld – herhaald, herhaald en nog eens herhaald. Dat nummer vergeet ik nooit meer. Een jonge juffrouw achter een barretje daar, die blijkbaar net zo dol was op dat nummer, legde telkens de naald opnieuw in de groef zodra het was afgelopen. Dankzij haar kreeg ik het nooit meer uit mijn hoofd.
‘’Ik was overrompeld door de muziek, de stem en het nummer waar ik eerst geen structuur in kon vinden.’’
Ik was overrompeld door de muziek, de stem en de sfeer van het nummer. Alsof een groep muzikanten spontaan tijdens een jamsessie iets magisch creëerde. Toen ik het later zelf op gitaar wilde leren spelen, moest ik dat beeld bijstellen – althans deels.
De ervaring, inzet en muzikaliteit van de vier uitvoerende muzikanten zorgden ervoor dat een groot deel van Bob Dylans succesvolle album Desire in één nacht werd opgenomen. Een soort jam dus, maar dan met vakmanschap op topniveau.
Een vriend van me had dat album, met dát nummer dat ik nooit meer zou vergeten. Op de cover: een man met een cowboyhoed, wapperende sjaal en een winterjas. Op de binnenhoes allerlei foto’s van toen voor mij nog onbekende mensen. Ik draaide die plaat grijs.
Ik wilde meer muziek van Dylan leren kennen, kocht andere albums, vroeg ze cadeau voor Sinterklaas of mijn verjaardag en ging naar de platenzaak waar je platen kon beluisteren met een koptelefoon. Ik was fan!
Ik had nog nooit zo’n verscheidenheid aan muziek gehoord van één artiest. Eerlijk is eerlijk: aan sommige nummers en stijlen moest ik wennen. Ik vond niet alles goed van de man die mij had betoverd met het nummer Hurricane, van het album Desire.
Er diende zich een enorme variatie aan muziekstijlen en instrumenten aan. En dan heb ik het nog niet eens over zijn stem, die telkens anders klonk. In de loop der jaren leerde ik zijn muziek steeds beter kennen. Ik kocht zoveel mogelijk boeken over hem en zijn muziek, en raakte onder de indruk van zijn impact op de muziekwereld van toen.
Zelfs de nummers die ik eerst niet zo mooi of goed vond, werden gaandeweg interessant. En dat is eigenlijk nooit opgehouden – mede dankzij de uitgave van de cd-reeks The Bootleg Series.
Sommige nummers waar ik aan moest wennen waren afkomstig van Self Portrait. Ook de reggae-uitvoeringen op het livealbum At Budokan konden me in eerste instantie niet bekoren. Maar ja, dat is persoonlijke smaak.
En dan waren er nog die paar albums uit de jaren ’80 met een discoritme en een doffe snaredrum… smaken verschillen, zullen we maar zeggen. In de loop van de tijd ben ik juist veel van zijn werk heel erg gaan waarderen – vooral zijn gospelperiode! Prachtige nummers, geweldige live-uitvoeringen.
In augustus 1978 kwam Bob Dylan at Budokan uit. Het livealbum van die tour – een dubbel-lp die maar liefst 95 gulden kostte. Tot mijn grote verdriet kon ik dat écht niet betalen, dus ging ik er vaak naar luisteren in de platenzaak.
Ik speelde zelf ook gitaar, dus het duurde niet lang voordat ik Dylans nummers zelf ging proberen. Dat zouden toch niet meer dan drie akkoorden zijn? Al snel kwam ik erachter dat het er veel meer waren en dat het lang niet meevalt om zijn muziek goed te spelen. Maar goed of niet, ik speelde het gewoon!
Ik had een gitaar, maar spaarde voor een nieuwe. En ja, ik dacht dat ik dezelfde gitaar had als Dylan tijdens het Bangladesh-concert. Tenminste… dat dacht ik! Dat zijn gitaar van een ander merk was, en in een hoger prijssegment zat, ontdekte ik pas later. Maar belangrijker: de gitaar leek er (bijna) precies op!
“Ik deed mijn bril af en gooide mijn haar door de war om op hém te lijken. Ik droeg mijn sjaal zoals hij die droeg op de hoes van het Blonde on Blonde-album. En ik rookte mijn sigaretten zoals hij dat deed.”
Ik bouwde van onderdelen van een Mecano-doos (nog van mijn opa uit 1919) een mondharmonicahouder. Geld voor een echte had ik niet. Gevolg: de littekens van de vlijmscherpe Mecano-onderdelen staan nog steeds in mijn nek. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen.
Mijn kamer thuis was een folkclub, met een breed raam op de bovenste verdieping – dat was dan het podium van een stadion. Ik deed mijn bril af, gooide mijn haar door de war om op hém te lijken. Droeg mijn sjaal zoals híj hem droeg op de hoes van het Blonde on Blonde-album. Rookte mijn sigaretten zoals hij dat deed. En ik stopte zelfs met nagelbijten, liet mijn nagels groeien – omdat híj dat ook deed! (Gezien op de hoesfoto van het album Nashville Skyline.)
Ook zijn concerten gingen mij niet voorbij… tenminste… het eerste wel. Begin 1978 belde mijn zus me op: “Bo! Bob Dylan komt naar Nederland.” En jawel – op 23 juni, precies de dag van mijn eindexamen. Ik voel die pijn nog steeds…
Gelukkig kwam Dylan opnieuw naar Nederland: op 4 juni in het Sportpaleis Ahoy. Maar het leek alsof de duivel ermee speelde: wéér examen, dit keer van mijn beroepsopleiding. Ik stapte naar de roostermaker en vertelde hem dat hij mijn examen maar moest verplaatsen. En die beste man deed het! Daardoor kon ik naar the one and only Bob Dylan!
Dylan live on stage, recht voor mijn neus. En als kers op de taart: Mick Taylor – de voormalige Stone – op gitaar. Hoeveel concerten ik uiteindelijk heb bezocht, is niet op twee handen te tellen. Maar het zijn er genoeg om te weten: geen Dylan-concert is hetzelfde.
De schrijver en Dylan-fan Martin Bril (in 2009 overleden) zei eens: “Als je tweehonderd Dylan-concerten bezoekt, zijn er misschien zes echt goed.” Ik heb de tweehonderd nooit gehaald, maar dát elk concert anders is, staat vast. Soms gaf hij een toegift van anderhalf uur, en de andere keer duurde het optreden maar 45 minuten. Dat was in Ahoy. Tom Petty and the Heartbreakers verzorgden het voorprogramma en waren daarna zijn begeleidingsband. Na 45 minuten stopte Dylan ermee. Misschien had hij gewoon geen zin meer...
Er kwam een moment dat ik stopte met het bezoeken van zijn concerten. Misschien was ik verzadigd, omdat ik dacht te weten wat me te wachten stond. Bovendien zijn er tegenwoordig talloze opnamen online te vinden – iets wat vroeger ondenkbaar was. Soms betrap ik mezelf erop dat ik urenlang het internet afstruin, op zoek naar concertregistraties. En dan zijn er tóch weer die typische, onverwachte Dylan-momenten waardoor ik spijt krijg dat ik er niet bij was.
Nog altijd verschijnen er regelmatig artiesten die zijn nummers coveren – met succes – op radio en tv. Wat ik dan mooi vind: mensen in mijn omgeving die Dylan vreselijk vinden, vinden die covers vaak práchtig. Dan kan ik ze lekker plagen door te benadrukken dat het natuurlijk een nummer van Dylan is! Want ik geloof dat het voor veel mensen geldt:
Dylan – you love him or you hate him.
Teskt: Bo de Beer.
📖 Lees meer over Dylan
20 bijzondere jongens die de wereld hebben veranderd
Jacopo Olivieri | Rosalba Troiano
-
Philippe Margotin | Jean-Michel Guesdon
-
Paul Onkenhout | John Schoorl
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Jon Bream
Bob Dylan in Nederland 1965-1984
Tom Willems
-
Bert van de Kamp
-
Wouter van Oorschot
🎶 Luister naar Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
🎸 Speel mee met Dylan (bladmuziek)
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
Frank Rich presenteert Bob Dylan
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan
-
Bob Dylan